Een pleidooi voor lanterfanten

Stel je eens voor dat je op je werk bent. Je bent gevraagd om een oplossing verzinnen voor een probleem waarmee je baas al een tijdje worstelt. Je haalt koffie, doet je schoenen uit, gaat even lekker onderuit zitten, legt je benen op je bureau en gaat een uurtje of wat uit het raam staren. Kun je het je voorstellen? Ik vermoed van niet. Grote kans dat je vreemde gezichten krijgt van collega’s of je baas. Of, als je het wel zou doen, dat je een wat onrustig gevoel zou krijgen: zou je niet eens wat moeten gaan doen?

Op school is de meesten van ons geleerd dat we vooral productief moesten zijn en ons moesten leren focussen. Lanterfanten, uit het raam staren? Grote kans dat je dan op een uurtje nablijven kon rekenen, waarbij je productiviteit werd getraind met 100 strafregels. Ook op ons werk en in onze maatschappij ligt sterk de nadruk op productief zijn. En dat hangt samen met de focus die met name ligt op ons logische brein. Maar als je een creatieve oplossing wilt bedenken of inspiratie wilt krijgen, dan kunnen productiviteit en focus je juist in de weg zitten. En dat zit zo.

Het belang van focus

Als je productief wilt zijn en je logisch brein aan het werk wilt zetten, is focus ontzettend belangrijk. Even geen afleiding: telefoon uit, mail uit, misschien zelfs je deurbel uit. Als je zorgt dat je je een tijd lang volledig en ongestoord op slechts één taak kunt richten, zul je zien dat je veel meer kunt doen in kortere tijd. Dit wil overigens niet zeggen dat multitasken slecht is: je kunt wel verschillende taken combineren, maar die moeten een verband met elkaar hebben en dezelfde hersendelen aanspreken. Als je even tussendoor iets echt anders gaat doen, iets wat een andere hersenactiviteit vraagt zoals even je mail of WhatsApp checken, dan heeft je brein daarna maar liefst 15 minuten nodig heeft om weer volledig terug te schakelen naar waar je mee bezig was (en nee, ook vrouwen kunnen niet op deze manier multitasken).

Dit focus-principe komt zeker ook heel goed van pas in het creatieve proces. Dankzij focus kun je iets in de wereld zetten en kun je dat creatieve plan voor je baas vorm gaan geven. En zo krijg je ook je tekening, schilderij, beeldhouwerk of wat dan ook daadwerkelijk af. Maar het werkt veel minder goed voor het krijgen van ideeën. Tuurlijk, je kunt heus wel ideeën krijgen door je daarop te concentreren. En die kunnen ook best goed zijn. Maar doorgaans komen die uit je logische brein. Wil je nu een ingeving krijgen – en dan heb ik het over inspiratie voor je project of een geniaal idee – dan kan focus juist averechts werken. Inspiratie en echt creatieve ideeën komen namelijk voort uit je onbewuste – ook wel het defaultnetwerk genaamd – en dat is juist gebaat bij niet-focus.

Logisch brein versus onbewuste

Als je snel informatie uit je logisch brein wilt halen, kun je er gericht naar zoeken. Je schijnt als het ware met een laserzaklamp op de kennis die in je brein ligt opgeslagen. Omdat je logische brein zo efficient mogelijk werkt, zijn daar allemaal korte en brede verbindingen aangelegd – zie het als een soort snelwegen. Met die laserzaklamp heeft je brein de gevraagde informatie dan binnen no-time gevonden. Je onbewuste bevat echter 20.000 x zoveel informatie als je bewuste brein. Ons brein filtert echter wat hiervan belangrijk voor ons is, zodat je niet continu wordt lastig gevallen door al die informatie. Als dat filter er niet was, zou je namelijk overspoeld worden door informatie en dan zou je brein ongelofelijk traag werken.

Je kunt het onbewuste zien als een soort donkere diepzee waar ontzettend veel vissen (lees: informatie) in zwemmen. Als je daar met datzelfde laserfocuslampje in gaat zoeken, duurt het ongelooflijk lang om die ene vis te vinden. Je kunt daarom beter een schemerlamp boven die diepe donkere zee hangen, waardoor het er minder donker wordt. En dat doet je brein als je juist even niet focust. Heb jij nu dat filter in je brein laten weten dat dat iets belangrijk voor je is, dan zal dat je een seintje geven als de gevraagde informatie onder je schemerlamp verschijnt. Een voorbeeld waarin dit gebeurt: je komt in de supermarkt een oude bekende van vroeger tegen en je realiseert je dat je haar naam kwijt bent. Je doet heel erg je best om die naam te herinneren, maar het lukt niet. Je geeft het op, fietst naar huis volgens de route die je dagelijks fietst, en ineens weet je het: “Verrek, dat was Katja!”.

on-focus illustratie Jennifer van der Wal

Ideale omstandigheden voor inspiratie

De ideale omstandigheid om de juiste niet-focus te bereiken en zo de optimale omstandigheid te creëeren om goede ideeën boven te laten komen is het doen van een simpel routinetaakje. Dan hou je je logisch brein namelijk wel bezig (en dat is belangrijk, want je wil even niet dat die zich ermee bemoeit), maar ook niet teveel. Als het taakje te moeilijk is, eist je logisch brein namelijk alle aandacht op en dat wil je ook niet. Het bovengenoemde fietsen werkt dus alleen als je de route op je duimpje kent en het verkeer niet teveel aandacht vraagt. Douchen, mediteren, onkruid wieden, wandelen, schoonmaken, het konijnenhok verschonen, uit het raam staren en het aantal vogels dat voorbij vliegt tellen; dat soort activiteiten zijn perfect. Je gedachten gaan dan vaak vanzelf de vrije loop, ze gaan als het ware ronddwalen. Dit noemen we ook wel mindwanderen.

Mindwanderen voor creativiteit

Hoe kun je dit nu toepassen als je iets creatiefs wilt gaan doen, inspiratie wilt krijgen of voor je werk een goed idee wilt verzinnen? Het beste kun je eerst een korte tijd actief met je bewuste brein wat ideeen verzinnen of schetsen. Ook kun je gewoon een begin maken aan een creatief project, zonder duidelijk beeld van hoe het moet worden. Als je dan stopt en vlak daarna iets gaat doen waarbij je kunt mindwanderen, dan heb je de meeste kans dat je ineens een geniaal idee te binnen schiet. Garantie op een geniale ingeving of op geweldige inspiratie heb je echter nooit want het onbewuste laat zich helaas niet 100% sturen. Maar zo creëer je er wel de beste omstandigheden voor.

Als je nu later in je creatieve proces even niet weet hoe je verder moet of zelfs echt vast komt te zitten, of als je tijdens het proces weer een nieuwe creatieve oplossing zoekt, dan kun je dit principe weer opnieuw toepassen. En zo kun je door momenten van focus en niet-focus (bewust lanterfanten) met elkaar af te wisselen, je creativiteit vergroten en je creatieve proces zo vormgeven dat je meer ruimte maakt voor creatieve ingevingen en inspiratie.